Begroting 2020

J. Taakstellingen en stelposten

J. Taakstellingen en stelposten

Taakstellingen

1. De beleidsinhoudelijke bezuinigingen
Er is nog één beleidsinhoudelijke bezuiniging niet gerealiseerd.
Bij de vaststelling van de begroting 2017 werd het budget voor accommodatiebijdragen vanaf  2018 taakstellend verlaagd. Deze taakstelling is gekoppeld aan de actualisatie van contracten die betrekking hebben op het geprivatiseerde beheer.
In september 2019 is een uitgangspuntennotitie aan de raad voorgelegd, die dient als kader voor het nieuwe Accommodatiebeleid. Met dit beleid als basis worden de afspraken omtrent het geprivatiseerde beheer herzien en kan de taakstelling worden gerealiseerd.

Beleidsinhoudelijke taakstellingen

2020

2021

2022

2023

(x € 1)

Taakstelling op contracten accommodatiebijdrage:

- prof. /marktgerichte organisaties

-30.261

-30.261

-30.231

-30.745

- maatschappelijke belangengroeperingen

-15.428

-15.428

-15.413

-15.675

- amateurverenigingen

-66.675

-66.675

-66.609

-67.741

Taakstelling accommodatiebijdragen

-112.364

-112.364

-112.253

-114.161

2. Formatieve taakstellingen

Formatieve taakstellingen

2020

2021

2022

2023

(x € 1)

Taakstelling projecturen

-6.339

30.476

31.145

40.082

Reservering personele lasten

-261.595

-272.575

-282.549

-285.562

Taakstelling organisatie n.a.v. IBP

-50.000

-184.019

-184.019

-184.019

Formatieve taakstellingen

-317.934

-426.118

-435.423

-429.499

Projecturen
Jaarlijks worden de uren die projectleiders en projectmedewerkers werkzaam zijn voor projecten in de begroting budgetneutraal opgenomen. Het is het niet mogelijk om bij het opstellen van de begroting de toerekening aan concrete projecten volledig op te nemen. Deze uren worden als een taakstelling in de begroting opgenomen Deze taakstelling wordt gedurende het jaar gerealiseerd wanneer er bijv. dekking ontstaat uit nieuwe projecten, er mensen gedetacheerd kunnen worden of wanneer de capaciteit aan project leiders of –medewerkers kan worden afgebouwd.

Reservering personele lasten
Deze reservering betreft de salarislasten van medewerkers die in vaste dienst zijn op een tijdelijke functie. Gaandeweg het betreffende begrotingsjaar worden passende oplossingen gerealiseerd om deze taakstelling op te lossen.

Stelposten

Stelposten

2020

2021

2022

2023

(x € 1)

Stelpost MUIP

0

265.000

487.190

757.951

Onderuitputting investeringen

-400.000

-400.000

-400.000

-400.000

Taakstelling accommodatiebijdragen

-400.000

-135.000

87.190

357.951

Stelpost MUIP
In de voorliggende Programmabegroting 2020 is de jaarschijf 2020 van het MUIP 2020-2023 functioneel opgenomen. De jaarschijven 2021-2023 zijn richtinggevend waardoor de hieruit voortvloeiende lasten op de MUIP-stelpost worden opgenomen met uitzondering van de investeringen/ lasten die onlosmakelijk samenhangen met de jaarschijf 2020. Deze lasten zijn ook functioneel verwerkt. De MUIP-voorstellen die zijn opgenomen in de stelpost komen weer terug in de Voorjaarsnota 2021 bij het MUIP 2021-2024.

Onderuitputting investeringen
Onze organisatie is ervan doordrongen dat investeringsopdrachten gerealiseerd moeten worden in het jaar dat ze zijn gepland. Wij sturen daar ook op. U kunt dit volgen via onze bestuurs-rapportages en de programmaverantwoordingen. Bij de begroting 2020 zijn de investeringen goed tegen het licht gehouden. Er komen echter signalen uit de markt dat aannemers moeite hebben om aan menskracht en aan materialen kunnen komen. Dit kan ervoor zorgen dat er toch weer vertragingen op gaan treden. Conform eerdere begrotingsjaren wordt jaarlijks in de programmabegroting een positieve stelpost opgenomen. Vanaf de begroting 2020 is deze stelpost verhoogd van € 300.000 naar € 400.000. Dit als inschatting voor vertragingen bij de uitvoering van investeringsprojecten.

Stelpost Inverdieneffecten organisatie

Door digitalisering nemen de ICT kosten toe maar zullen de kosten voor uitvoering van diverse processen op termijn afnemen. Hiervoor nemen we een inspanningsverplichting op die oploopt van € 50.000 in 2020 naar €184.019, het bedrag van de formatieve kosten, vanaf 2021. Er zijn nu al inverdieneffecten zichtbaar op een aantal fronten. Voorbeelden hiervan zijn de afname van portokosten en teruglopende kosten voor abonnementen.

ga terug