4. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen
4.a. Rijksbeleid
Differentiatie OZB voor gemeenschapshuizen e.d. (amendement Omtzigt)
De VNG twijfelt of de toepassing van het lagere ozb-tarief voor gemeenschapshuizen e.a. wel het juiste middel is ter ondersteuning, gelet op de uitvoerbaarheid en mogelijke rechtsongelijkheid die door de maatregel ontstaat. De minister is van mening dat de invoering van het lagere ozb-tarief voor gemeenschapshuizen , sportverenigingen e.a. niet aansluit bij het objectieve karakter van
deze heffing. Gezien de onduidelijkheden die nog steeds bestaan, zal het college voorlopig geen voorstel voorleggen aan de gemeenteraad. Hierover is inmiddels een RIB aan de raad verstuurd.
Waarderen woningen op gebruiksoppervlakte
De transformatie van de WOZ-administratie van inhoud naar gebruiksoppervlakte is in gang gezet. Als eerste wordt de hoogbouw opgepakt. Daarna de woonboerderijen en parallel hieraan worden de overige woningen beoordeeld. Het opmeten van de gebruiksoppervlakte gebeurt gedeeltelijk geautomatiseerd. Een groot gedeelte zal echter handmatig beoordeeld moeten worden en is arbeidsintensief. Het project wordt, volgens planning, medio mei 2021 afgerond, zodat de herwaardering met ingang van 2022 kan plaatsvinden naar gebruiksoppervlakte.
Introductie benchmark woonlasten
Het Rijk heeft met de VNG afgesproken dat vanaf 2020 een benchmark woonlasten wordt ingevoerd om jaarlijks de ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijker te maken. Met de invoering van de benchmark wordt afgestapt van de macronorm (=meeropbrengst OZB / macronorm 2019 = 4,0%).
In de benchmark woonlasten wordt naast de OZB ook de riool- en afvalstoffenheffing opgenomen en vergeleken met andere gemeentelijke woonlasten en de gemeentelijke tariefontwikkeling. Middels deze (grafische) vergelijking worden de onderlinge verschillen tussen gemeenten nog inzichtelijker gemaakt.
In het coalitieakkoord 2018-2022 is vastgelegd dat als uitgangspunt voor de OZB de jaarlijkse inflatiecorrectie wordt gekozen. In de begroting 2020 tot en met 2023 is het inflatiepercentage toegepast. Voor 2020 is dit 1,5%.
4b. Gemeentelijk beleid
Algemeen beleid ten aanzien van de gemeentelijke heffingen
De gemeenteraad stelt jaarlijks de belastingverordeningen vast. Voor de gemeentelijke belastingen en heffingen zijn daarin de tarieven integraal opgenomen. Hiervoor zullen afzonderlijke raadsvoorstellen worden gedaan, die in de reguliere raadsvergadering van 17 december 2019 voor behandeling worden voorgelegd.
Toeristenbelasting
Het aantal overnachtingen op het park Het Roekenbosch zal de komende jaren afnemen. De recreatiewoningen op dit park worden de komende jaren gesloopt en het park wordt dan in 2029 gesloten. Het Mobile Home Park Venray, het verblijf van buitenlandse werknemers gelegen aan De Conifeer in Venray, is in het voorjaar van 2019 geopend. Mede door de aanhoudende goede conjunctuur zal het aantal verblijven, naar verwachting, stijgen met circa 75.000 overnachtingen.
Voor het bepalen van tarief toeristenbelasting wordt de stijging van de inflatiepercentage als uitgangspunt genomen. Het definitieve tarief voor de toeristenbelasting 2020 wordt in de raadsvergadering van 17 december 2019 voor vaststelling aangeboden.