Begroting 2020

A. Lokale heffingen

5. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen (belastingen, leges en rechten)

5. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen (belastingen, leges en rechten)

5a. Kostendekkende leges en rechten

In het BBV is opgenomen dat gemeenten verplicht zijn om, in hun begroting, per categorie van producten en diensten inzichtelijk te maken en welke kosten en opbrengsten aan de tarieven ten grondslag liggen. Ook moeten de gemeenten daarbij toelichten welke beleidskeuzes er bij de tarifering van de producten en diensten zijn gemaakt. Bijvoorbeeld of er kruissubsidiëring is tussen of binnen product categorieën.
Dit geldt voor de volgende leges, heffingen en rechten:
- afvalstoffenheffing;
- rioolheffing;
- rioolaansluitrecht;
- leges;
- marktgelden;
- havengelden;
- lijkbezorgingsrechten.
De overige belastingen, OZB, (water)toeristenbelasting, parkeerbelasting, reclamebelasting, BIZ Smakterheide en parkeerbelasting zijn algemene belastingen en gaan naar de algemene middelen van de gemeente en kunnen door de gemeente vrij besteed worden. De voorwaarden m.b.t. kostendekkendheid gelden hiervoor niet.

Afvalstoffenheffing
In de Kadernota afvalbeleid 2013-2025 is de ambitie vastgelegd om grondstoffen uit afval zoveel mogelijk te hergebruiken. Dit streven geldt tevens als een van de afspraken uit het collegeprogramma. In de Kadernota is ook vastgelegd dat de gemiddelde afvalstoffenheffing niet meer mag bedragen dan € 177 per huishouden, met de ambitie om deze uiteindelijk zelfs te laten dalen. Goed scheidingsgedrag van de burger dient immers (financieel) beloond te worden. Deze ambitie is in het huidige klimaat van de afvalmarkt, waarbij om diverse redenen de verwerkingskosten van zowel grondstoffen als niet-herbruikbare afvalstromen extreem toenemen, niet meer realistisch.

Het afvalstoffentarief zal dan ook voor het jaar 2020 hoger zijn dan alleen een inflatiecorrectie van 1,5%. Zoals we nu kunnen overzien zal de totale afvalstoffenheffing (basistarief + variabel tarief) voor een gemiddeld Venray’s huishouden, stijgen met ruim 18%.

Het basistarief (vastrecht) van de afvalstoffenheffing stijgt in 2020 met ruim 27%, van € 76,32 (2019) naar € 97,44 per aansluiting. De stijging van de afvalstoffenheffing wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een explosieve toename in de verwerkingskosten van (huishoudelijk) afval, in combinatie met een toenemende hoeveelheid aangeboden afval door onze burgers. Dit geldt voor zowel grof huishoudelijk afval, alsook de gescheiden afvalstromen die vervolgens weer tot grondstoffen worden verwerkt. Deze landelijke (en zelfs internationale) toename in afval- en grondstoffenverwerkingskosten heeft diverse oorzaken (verhoging van de afvalstoffenbelasting, toename van logistieke kosten, afvalimportstop China, hogere kwaliteitseisen, import van buitenlands afval, groter aanbod aan afval/grondstoffen tegenover minder verwerkers).

In de Jaarrekening 2018 is reeds aangegeven dat een forse stijging van de afvalverwerkingstarieven voor de komende jaren verwacht kon worden. Helaas is dit nu ook voor Venray aan de orde. Veruit de grootste kostentoename voor 2020, is toe te delen aan het milieustation. Per 1 januari 2019 mocht de exploitant van het milieustation (Renewi) de verwerkingstarieven die nog dateerden uit 2016, herzien naar marktconformiteit. Deze nieuwe tarieven (geldend voor het hele jaar 2019), waren echter niet eerder dan eind mei 2019 bekend. Een kort overzicht van de meest aangeboden afvalstromen met bijbehorende stijging van het verwerkingstarief:
- grof tuinafval (+242%);
- grof huishoudelijk afval (+154%);
- steenpuin (+26%);
- hout (+10%).
Bij het opstellen van de Begroting 2019 werd deze explosieve kostenstijging nog niet verwacht en is derhalve destijds ook niet verrekend in het tarief van 2019. In de 2e Berap zal het effect hiervan op het afvalbudget 2019 worden gerapporteerd. Voor de verwerkingstarieven in 2020 kon de exploitant tot op het moment van dit schrijven nog geen indicatie geven, enkel de verwachting uitspreken dat deze wederom zullen stijgen. In de Begroting 2020 is derhalve uitgegaan van een verhoging van de verwerkingstarieven van 10%.

Gemeenten in heel Nederland kampen op dit moment met bovenstaande kwestie. Ook van onze regiogemeenten zoals Bergen, Beesel, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo, is bekend dat zij voor 2020 aanzienlijke verhogingen in de afvalstoffenheffing door moeten voeren, die oplopen tot wel € 45,- per aansluiting. Enkele gemeenten beschikken nog over een voorziening die in de afgelopen (gunstige) jaren onbeperkt op kon lopen en waaruit geput kan worden om verhogingen over meerdere jaren geleidelijker te laten verlopen. Venray heeft deze voorziening niet.

De kosten van het milieustation worden vrijwel volledig gedekt met de opbrengsten uit het basistarief. Daarnaast wordt inwoners voor bepaalde afvalstromen een kleine vergoeding gevraagd aan de poort (het poorttarief). De poorttarieven van ons milieustation zijn al jarenlang gelijk en zijn tevens een van de laagste in onze regio. Een (beperkte) verhoging van het poorttarief is een mogelijkheid om het basistarief voor 2020 (beperkt) lager te laten uitkomen. Hiermee wordt de rekening van de kostentoename dan ook iets meer bij de gebruikers van het milieustation neergelegd (“de vervuiler betaald”) en minder bij de inwoners die geen gebruik maken van het milieustation. Deze maatregel wordt ook regio-breed overwogen en zal de komende maanden ook voor Venray verder worden onderzocht.

De tarieven voor 2020 worden in raadsvergadering van december definitief vastgesteld.

Tarieven 2020
Basis voor de afvalstoffenheffing zijn de kostendekkende tarieven. Deze zijn vastgesteld op basis van begrote kosten voor het inzamelen van afval en de begrote opbrengsten voor het verwerken van afval. De definitieve tarieven 2020 worden tijdens de raadsvergadering van 17 december 2020 voor vaststelling aangeboden:

Afvalstoffenheffing

2019

2020

% daling/stijging

Vast tarief

76,32[1]

97,44 [2]

28%

Restafval

container van 40 ltr.

2,31

2,47

7%

container van 80 ltr.

4,63

4,94

7%

container van 140 ltr.

8,1

8,64

7%

container van 240 ltr.

13,89

14,82

7%

volume van 60 ltr ondergronds

2,99

3,22

8%

GFT-afval

container van 25 ltr.

0,72

0,80

11%

container van 40 ltr.

1,15

1,28

11%

container van 80 ltr.

2,29

2,56

12%

container van 140 ltr.

4,01

4,47

11%

container van 240 ltr.

6,87

7,67

12%

Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing

Bedragen x € 1

Kosten incl. (omslag)rente excl. kwijtscheldingen

-3.592.268

Kosten kwijtscheldingen

-113.061

Kosten uitvoering kwijtscheldingen

-22.387

Inkomsten excl. heffingen

784.508

Netto kosten

-2.943.208

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-306.198

BTW

-683.448

Totale kosten

-3.932.854

Opbrengst heffingen: vastrecht

2.061.087

Opbrengst heffingen: variabel recht

1.496.743

Netto opbrengst heffingen

3.557.830

Onttrekking voorziening egalisatie afvalstoffenheffing
(verrekend als korting op vastrecht)

375.024

Totale opbrengst heffingen

3.932.854

Dekking

100%

[1] Het vast tarief van de afvalstoffenheffing 2019 is inclusief een korting van €10,32. Deze korting wordt verrekend aan inwoners, doordat de maximale hoogte van de reserve afvalstoffenheffing in 2017 bereikt is.

[2] Het vast tarief van de afvalstoffenheffing 2020 is inclusief een korting van € 20,28. Deze korting wordt verrekend aan inwoners, doordat de maximale hoogte van de reserve afvalstoffenheffing in 2018 is bereikt.

Rioolheffing
In het navolgende overzicht zijn de voorlopige tarieven voor de rioolheffing 2020 opgenomen. De definitieve tarieven voor het belastingjaar 2020 worden in de raadsvergadering van 17 december 2019 vastgesteld.

 (Bedragen x €1)

eigenaar / gebruik

niet afgekoppeld

niet afgekoppeld

afgekoppeld

afgekoppeld

2019

2020

2019

2020

basisheffing vastrecht rioolheffing

Eig.

€ 87,94

€ 89,44

€ 87,94

€ 89,44

afvoerrecht afvalwater méérpersoonshuishouden (W)

Gebr.

€ 118,72

€ 120,74

€ 118,72

€ 120,74

afvoerrecht afvalwater éénpersoonshuishouden (W)

Gebr.

€ 59,36

€ 60,37

€ 59,36

€ 60,37

afvoerrecht afvalwater per eenheid van 250 m³ (N-W)

Gebr.

€ 118,72

€ 120,74

€ 118,72

€ 120,74

afkoppeling hemelwater woningen

Eig.

€ 13,19

€ 13,42[3]

€ 0,00

€ 0,00

afkoppeling hemelwater niet-woning per eenheid van 200 m²

Eig.

€ 13,19

€ 13,42

€ 0,00

€ 0,00

De gemeente Venray heft rioolheffing om de kosten van de riolering, gedefinieerd in de drie zorgplichten (hemelwater, grondwater en afvalwater), te kunnen betalen. De gemeente Venray heeft gekozen voor een 100% rioolheffing, wat betekent dat alle kosten gedekt worden met de rioolheffing, er is geen bijdrage van de algemene middelen aan het product riolering.
In de huidige rioolheffing wordt onderscheid gemaakt tussen rioolheffing voor eigenaren, de zogenaamde aansluitheffing en een rioolheffing voor gebruikers. Deze laatste wordt onderverdeeld in eenpersoonshuishoudens, meerpersoonshuishoudens en bedrijven. Voor bedrijfsmatige lozingen, dus ook voor tijdelijke bemalingen, geldt een tarief per 250 m³ geloosd afvalwater. Dit tarief is gelijk aan het tarief voor een meerpersoonshuishouden.

In het GRP is de heffing als volgt onderverdeeld:
De totale heffing voor een meerpersoonshuishouden met hemelwaterafvoer in 2020 (de basisheffing) is € 223,60.

astrecht afvalwater (20% van totale heffing)                                                       € 44,72
afvoerrecht afvalwater per eenheid van 250 m³ (54% van totale heffing)               € 120,74
vastrecht hemelwater (20% van totale heffing)                                                     € 44,72
afvoerrecht hemelwater per eenheid van 200 m² (6%)                                         € 13,42

De rioolheffing is in vier delen gesplitst:

  • een vastrecht afvalwater (basistarief vuilwater eigenaar in het GRP), die in principe voor ieder aangesloten pand in Venray geldt. Elk pand dat aangesloten is op de riolering kent het genot van een verzorgde afvoer en verwerking van afvalwater, deze aansluiting is een verhoging van het woongenot en wordt bij de eigenaar in rekening gebracht. De eigenaar is de enige die invloed heeft op het aanleggen van een rioolaansluiting. In het GRP is de hoogte vastgesteld op 20% van de basisheffing (totale heffing voor een meerpersoonshuishouden met hemelwaterafvoer);

[3] Het afkoppelbedrag is vanaf 2019 vastgesteld op 6% van de basisheffing. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald door de investeringen die de gemeente tot 2027 moet doen om te voldoen aan de eisen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Als huishoudens besluiten af te koppelen betekent dit minder investeringen voor de gemeente en daarmee vervalt het onderdeel afkoppeling hemelwater (woningen / niet-woningen) voor de aanslagoplegging.

  • een afvoerheffing afvalwater, die is gekoppeld aan het aantal lozingseenheden of de gezinssamenstelling. Deze heffing is afhankelijk van de grootte van de lozing. Dit is enkel beïnvloedbaar door de gebruiker en wordt derhalve bij de gebruiker in rekening gebracht. Voor woningen brengen we een vast bedrag in rekening, voor een meerpersoonshuishouden het basisbedrag, voor een eenpersoonshuishouden de helft hiervan. Het is aannemelijk dat een eenpersoonshuishouden minder afvalwater loost dan een meerpersoonshuishouden. Voor niet-woningen wordt gekeken naar de daadwerkelijke afvoer. Dit onderdeel is gestaffeld: voor de eerste 250m³ betaalt men het basisbedrag gelijk aan een meerpersoonshuishouden. Daarnaast betaalt men voor elke staffel ditzelfde bedrag; 
  • een vastrecht hemelwater (basistarief hemelwater eigenaar in het GRP) waarmee de kosten worden gedekt voor de voorzieningen in openbaar gebied ten behoeve van de inzameling en afvoer van hemelwater. In het GRP is de hoogte vastgesteld op 20% van de basisheffing (totale heffing voor een meerpersoonshuishouden met hemelwaterafvoer);
  • een afvoerheffing hemelwater, gerelateerd aan de grootte van het aangesloten afvoerend oppervlak van percelen. Door 100% af te koppelen kunnen particulieren deze heffing tot nul reduceren. Deze heffing is afhankelijk van de grootte van het afvoerend verhard oppervlak. Dit is enkel beïnvloedbaar door de eigenaar en wordt derhalve bij de eigenaar in rekening gebracht. Voor woningen brengen we een vast bedrag in rekening, zijnde één maal het staffelbedrag. Een staffel is 200 m². In het GRP is de hoogte vastgesteld op 6% van de basisheffing (totale heffing voor een meerpersoonshuishouden met hemelwaterafvoer).Voor niet-woningen wordt gekeken naar de daadwerkelijk afvoerend verhard oppervlak. Dit onderdeel is eveneens gestaffeld: voor de eerste 200 m², dus alles tussen de 1 en 200 m², wordt het staffelbedrag in rekening gebracht.

Berekening kostendekkendheid rioolheffing

Bedragen x € 1

Kosten incl. (omslag)rente exclusief kwijtscheldingen

-3.484.306

Kosten kwijtscheldingen

-74.009

Kosten uitvoering kwijtscheldingen

-19.189

Inkomsten excl.heffingen

22.317

Netto kosten

-3.555.187

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-318.861

BTW

-425.025

Totale kosten

-4.299.074

Eigenaar

Gebruiker

49%

51%

Totale kosten gesplitst

-4.299.074

-2.102.396

-2.196.678

Opbrengst heffingen

4.299.074

2.102.396

2.196.678

Dekking

100%

100%

100%

Rioolaansluitrecht
Voor het tot stand brengen van een individuele aansluiting van een eigendom op het gemeentelijke rioleringsstelsel wordt een bedrag in rekening gebracht. Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene voor wie de dienst wordt verleend. De kosten die de gemeente maakt voor het realiseren van de aansluiting op het riool worden verhaald op de aanvrager. De tarieven voor het belastingjaar 2020 worden in de raadsvergadering van 17 december 2019 vastgesteld.

Berekening kostendekkendheid rioolaansluitrecht
( x € 1,-

Kosten incl. (omslag)rente

-34.932

Inkomsten excl.heffingen

Netto kosten

-34.932

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

0

BTW

-7.336

Totale kosten

-42.268

Opbrengst heffingen

34.817

Dekking

82%

Leges 
Leges zijn verschuldigd voor verstrekte diensten en worden geheven om de verschillende taken te bekostigen. Bijvoorbeeld het in behandeling nemen van een aanvraag voor een paspoort of rijbewijs. Ook zijn er leges verschuldigd voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning, een evenementenvergunning of een drank- en horecavergunning.
De opbrengsten uit de heffing van leges worden gebruikt om de kwaliteit van de verstrekking te waarborgen en om personeels-, huisvesting- en materiaalkosten te dekken. De opbrengst uit de leges mag de totale kosten niet overtreffen.
Per hoofdstuk/titel van de legesverordening worden de lasten (directe lasten + overhead + btw) en de totale inkomsten weergegeven. Ook de mate van kostendekkendheid (in %) is opgenomen.

Leges verordening (x € 1 )

Lasten taakvelden

Overhead

Totale lasten

Andere inkomsten

Leges

Totale baten

Kosten-dekkendheid

Titel 1 Algemene dienstverlening

1.1

121.639

83.629

205.268

0

43.865

43.865

21%

1.2

212.178

147.602

359.781

0

84.478

84.478

23%

1.3

176.225

67.050

243.275

0

235.785

235.785

97%

1.4

143.304

113.802

257.105

0

15.306

15.306

6%

1.5

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1.6

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1.7

0

0

0

0

0

0

0%

1.8

565

591

1.157

0

821

821

71%

1.9

96.164

47.165

143.328

0

36.653

36.653

26%

1.10

2.688

2.736

5.424

0

4.498

4.498

83%

1.11

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

1.12

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

1.13

1.405

1.146

2.551

0

83

83

3%

1.14

231

254

485

0

88

88

18%

1.15

1.002

821

1.823

0

757

757

42%

1.16

98.968

68.082

167.049

0

36.150

36.150

22%

1.17

20.820

10.193

31.014

0

23.330

23.330

75%

1.18

4.180

3.882

8.062

0

2.832

2.832

35%

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

2.2

96.120

81.083

177.204

0

30.638

30.638

17%

2.3-2.6

467.021

370.163

837.184

0

949.902

949.902

v  113%

2.7

133

130

263

0

110

110

42%

2.8

37.838

29.182

67.020

0

56.121

56.121

84%

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

3.1

70.828

66.636

137.464

0

51.464

51.464

37%

3.2

75.573

71.380

146.953

0

21.367

21.367

15%

3.3

14.442

8.833

23.275

0

3.620

3.620

16%

3.4

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

Gratis

3.5

0

0

0

0

0

0

0%

3.6

2.674

2.938

5.612

0

443

443

8%

3.7

9.836

10.083

19.920

0

9.487

9.487

48%

3.8

27

26

53

0

28

28

54%

3.9

4.654

521

5.175

0

4.281

4.281

83%

3.10

695

684

1.379

0

606

606

44%

TOTAAL

1.659.211

1.188.613

2.847.825

0

1.612.711

1.612.711

57%

Kruissubsidiëring vindt plaats binnen en tussen de diverse titels. Een verwacht overschot bij de ene activiteit wordt gebruikt voor de dekking van een verwacht tekort bij een andere activiteit/Een overdekking binnen de ene groep diensten wordt gebruikt voor onderdekking van een andere groep diensten.

Marktgelden
Elke standplaatshouder op de markt dient jaarlijks marktgeld te betalen. Hiervoor worden onder meer de kramen, stroom, schoonmaak en verkeersmaatregelen gerealiseerd, alsmede de inzet van de marktmeester. De hoogte van het marktgeld wordt berekend aan de hand van strekkende meters van de kramen. Het marktgeld wordt verhoogd als er stroom wordt afgenomen, afhankelijk van de capaciteit van de aansluiting.

Havengelden
Voor elk schip dat de haven van Wanssum aandoet (liggeld of laden/lossen) is havengeld verschuldigd. Dit is vastgelegd in de havengeldverordening. De havengeldverordening is afgestemd op de actuele activiteiten in de haven van Wanssum. In deze op maat gesneden verordening is daarom een gedifferentieerde tariefstelling opgenomen voor containerschepen en bulkschepen. 
Het tarief voor containerschepen is gelijk gesteld met de grondslag voor bulkschepen. Dat wil zeggen dat een schip volledig gelost en weer beladen kan worden en daarvoor één keer havengeld is verschuldigd. De basis voor heffing blijft het laadvermogen (in tonnen) van het schip. Voor containerschepen wordt het tarief per TEU bepaald door de maximale beladingscapaciteit (TEU x 2) af te zetten tegen het verschuldigde havengeld op basis van laadvermogen.

Met de opbrengst worden de kosten betaald die de gemeente maakt om de havenvoorzieningen goed te beheren en te onderhouden. De tarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. De havengelden zijn uit concurrentieoverwegingen niet kostendekkend.

Berekening kostendekkendheid havengelden

Bedragen x € 1

Kosten incl. (omslag)rente

-456.921

Inkomsten excl.heffingen

0

Netto kosten

-456.921

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-25.169

BTW

0

Totale kosten

-482.090

Opbrengst heffingen

273.676

Dekking

57%

Lijkbezorgingsrechten
Venray heeft één gemeentelijke begraafplaats: Boschhuizen. Voor het gebruik van deze begraafplaats worden begraafrechten geheven. Er zijn verschillende tarieven. Zo betaalt men bijvoorbeeld voor het recht op een eigen graf voor een bepaalde periode, het bijzetten van urnen en asbussen of het verstrooien van as. De tarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. In Venray zijn de lijkbezorgingsrechten niet kostendekkend.

Beleid/uitgangspunten algemene begraafplaats
Sinds 1972 heeft Venray een algemene begraafplaats. In 1973 en 1974 zijn hier de graven van de Petrus Banden Kerk (katholieke begraafplaats) naar over gebracht. Dit is het begin geweest van de algemene begraafplaats. De graven van de kerk zijn geplaatst in het zogenaamde vak O. Dit vak heeft een aparte status binnen de begraafplaats. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 26 juni 2018 de notitie ontwikkeling vak O Begraafplaats Boschhuizen vastgesteld. In deze notitie is besloten om vanaf 26 juni 2018 geen leges meer te heffen over de bestaande graven in vak O. Ook is besloten dat er geen (bij)begravingen, dan wel (bij)plaatsingen van urnen worden toegestaan.

Leges verordening (x € 1 )

Lasten taakvelden

Overhead

Totale lasten

Andere inkomsten

Leges

Totale baten

Kosten-dekkendheid

Begraafplaatsen

169.982

11.516

181.499

0

29.930

29.930

16%

 

5b. Algemene belastingen

Onroerendezaakbelastingen (OZB)
Iedere eigenaar van een onroerende zaak, zoals een woning of niet-woning is belastingplichtig in het kader van de OZB. Een gebruiker van een onroerende zaak zijnde niet-woning is ook belastingplichtig in het kader van de OZB. Dit met uitzondering van het woondeel van een niet-woning. De definitieve tarieven OZB voor het belastingjaar 2020 worden in de raadsvergadering 17 december 2019 vastgesteld.

lnflatiecorrectie OZB
In het coalitieakkoord 2018-2022 is vastgelegd dat als uitgangspunt voor de OZB de jaarlijkse inflatiecorrectie wordt gekozen. In de begroting 2019 tot en met 2022 is het inflatiepercentage toegepast.

Voorlopige belastingdruk 2020 (=OZB+afval+riool)
Op basis van de geldende uitgangspunten bedraagt de voorlopige gemiddelde lastendruk (voor een huishouden van twee of meer personen, die eigenaar en gebruiker zijn van een woning) voor 2020 € 721,01. Dit betekent dat de lastendruk 2020 (=OZB+afval+riool) stijgt ten op van 2019 met 5,01%.

2019

2020

%

WOZ-waarde 1

217.523

228.834

5,20%

OZB 2

321,71

326,08

1,36%

Rioolheffing 3

219,85

223,60

1,71%

Afvalstoffenheffing 4

145,05

171,33

18,12%

Totale belastingdruk

686,61

721,01

5,01%

1           De prognose is dat de gemiddelde WOZ-waarde van de woningen met ongeveer 5,2% stijgt. Doordat de totale OZB opbrengst toeneemt met 1,4% (=inflatiepercentage) kan het OZB tarief aangepast worden naar beneden met 3,8%. De herwaardering 2020, naar de waardepeildatum 1 januari 2019 wordt in januari 2020 geheel afgerond.
2          De WOZ-waarden worden d.m.v. een WOZ-beschikking met dagtekening 31 januari 2020 definitief bekendgemaakt. WOZ-waarden worden naar beneden afgerond op duizend (=wettelijk voorschrift).
3          Uitgangspunt is een meerpersoonshuishouden en het pand is niet afgekoppeld van het gemeentelijk rioleringsstelsel.
4          Voor 2020 is uitgegaan van een vast tarief vermeerderd met 7 containers 140 liter restafval en 3 ledigingen van containers van 140 liter gft. In dit overzicht is de verrekening van de korting niet meegenomen.

(Water)toeristenbelasting 
Belast is een overnachting in vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroeps-matig verhuurde ruimten, vaste standplaatsen en logiesverblijven. De aanslag toeristenbelasting wordt opgelegd aan de hotelier, pensionhouder, campinghouder etc., maar ook op locaties waar buitenlandse werknemers verblijven. De toeristen zelf ontvangen geen aanslag, maar zien het bedrag meestal wel op de rekening.
De stijging van het tarief wordt pas doorgevoerd, zodra het tarief afgerond kan worden op 5 cent.
Uit onderstaande tabel blijkt dat het tarief voor de toeristenbelasting 2020 gehandhaafd blijft op een bedrag van € 1,25.

Tarieven (water)toeristenbelasting

 Bedragen x €1

2019

2020

2021

2022

2023

inflatiepercentage

1,40%

1,50%

1,80%

1,70%

1,70%

berekend tarief

1,25

1,27

1,29

1,31

1,33

werkelijk tarief

1,25

1,25

1,30

1,30

1,30

Parkeerbelastingen
De parkeerbelasting geldt voor de afgesloten terreinen Blekersveld, Raadhuisstraat en de parkeergarage. Voorgesteld wordt om de tarieven te handhaven. De definitieve tarieven voor het belastingjaar 2020 worden in de raadsvergadering van 17 december 2019 voor vaststelling aangeboden.

Reclamebelasting
De reclamebelasting is van toepassing binnen het centrumgebied van de gemeente Venray. De belasting wordt geheven ter zake van openbare aankondigingen (reclame-uitingen) zichtbaar vanaf de openbare weg. De gemeente int deze belasting en maakt deze vervolgens onder inhouding van de inningskosten ad € 5000 over naar de ondernemersvereniging Venray Centraal.

In overleg met de ondernemersvereniging Venray Centraal is besloten om de tarieven voor 2020 als volgt vast te stellen:

 Bedragen x €1

2019

2020

voor een reclameobject met een oppervlakte tot 0,5 m²:

475

475

voor een reclameobject met een oppervlakte van 0,5 m² tot 2,5 m²:

600

600

voor een reclameobject met een oppervlakte van 2,5 m² tot 5 m²:

675

675

voor een reclameobject met een oppervlakte van 5 m² tot 10 m²:

750

750

voor een reclameobject met een oppervlakte vanaf 10 m²:

825

825

BIZ-Smakterheide
Op grond van de  Bedrijven–Investerings-Zones (BIZ) is het mogelijk om binnen een nader af te bakenen gebied (zoals een bedrijventerrein) alle ondernemers gezamenlijk mee te laten betalen aan de kwaliteitsverbetering van de bedrijfsomgeving.  Daarbij gaat het dan om activiteiten gericht op het bevorderen van de veiligheid en ruimtelijke kwaliteit binnen het betreffend gebied. Hiermee wordt het “freeriders” gedrag voorkomen. De gemeente int de jaarlijkse bijdragen en betaalt deze, onder inhouding van € 5.000 uit aan de Ondernemersvereniging Smakterheide. Het bestuur heeft besloten de nieuwe tarieven voor 2020 niet te wijzen:

 Bedragen x €1

2019

2020

WOZ-waarde lager dan € 250.000

250

250

WOZ-waarde vanaf € 250.000 en lager dan € 1.000.000

500

500

WOZ-waarde vanaf € 1.000.000 en lager dan € 5.000.000

1000

1000

WOZ-waarde vanaf € 5.000.000

1500

1500