Begroting 2020

B. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

2. Weerstandsvermogen

2. Weerstandsvermogen

Het beleid gaat uit van een weerstandsratio van minimaal 1,0. Dat wil zeggen dat de berekende
risico’s in ieder geval zijn afgedekt door de aanwezige weerstandscapaciteit (vermogensbuffer). Hiermee sluiten we aan bij de adviezen van de provinciale toezichthouder.

Daarnaast is een minimumgrens van € 12 mln. (10% van de jaarexploitatie) als streefwaarde voor de weerstandscapaciteit vastgesteld.

Stand ultimo
(bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

Algemene reserve

13.530

13.530

13.530

13.530

13.530

Risicoreserve grondbedrijf

4.347

4.325

4.393

6.214

5.894

Niet benutte deel belastingcapaciteit

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Weerstandscapaciteit

17.877

17.855

17.923

19.744

19.424

Algemene risico's

1.371

2.370

4.563

5.704

5.342

Risico's grondbedrijf

1.803

1.680

1.569

1.558

1.591

Risico's

3.174

4.050

6.132

7.262

6.933

Vrije ruimte

14.702

13.804

11.791

12.481

12.491

- Algemeen

12.158

11.159

8.967

7.825

8.188

- Grondbedrijf

2.544

2.645

2.824

4.656

4.303

Weerstandsvermogen

          5,63

          4,41

          2,92

          2,72

          2,80

Vrije ruimte: verschil tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s.

 Weerstandsvermogen: netto weerstandscapaciteit/risico’s.

In de planperiode (2019-2022) neemt de vrije ruimte af met € 2,2 mln, naar € 12,5 mln.:
- algemene dienst: - € 4,0 mln.
o    toename risico’s sociaal domein: € 1,7 mln.
o    afnemend effect van opvang risico´s in de jaarlijkse exploitaties: € 2,8 mln.
- grondbedrijf: + € 1,8 mln.
o    winstnemingen (minus bijdragen): € 1,6 mln.
o    afname risico: € 0,2 mln.
Het weerstandsvermogen komt aan het einde van de planperiode uit op bijna 3 x de minimale grenswaarde.