Begroting 2020

PROGRAMMA 4 BESTUREN

DEELPROGRAMMA 4.2 DUURZAAMHEID

Wat willen we bereiken?

  • Speerpunt: Duurzaamheid

We zetten in op energietransitie, klimaatadaptatie en circulaire economie.
Energietransitie: We willen het gebruik van fossiele brandstoffen beperken en een duurzame energievoorziening stimuleren. Hiermee wordt ook de uitstoot van CO2 verminderd. Doel is om in 2030 CO2 neutraal zijn met compensatie. Dit willen we bereiken door een besparing te realiseren op het totale energieverbruik van 37,5% ten opzichte van 2013, waarbij 45% van onze resterende energiebehoefte in onze gemeente geproduceerd wordt met schone technieken. Volgende stap is volledig energieneutraal in 2050. Dit doen we door in het landschap ruimte te maken voor grootschalige duurzame energieopwekking en afspraken te maken met regiogemeenten om de regionale opgave voor duurzame energieopwekking te realiseren. Verder maken we warmteplannen voor alle wijken om in 2050 aardgasvrij te zijn en gaan vooruitlopend hierop concreet aan de slag samen met een wijk volgens een wijkgerichte aanpak.

Klimaatadaptatie: De samenleving is kwetsbaar voor de gevolgen van de klimaatverandering. Extreme weersomstandigheden kunnen leiden tot overlast en schade voor de samenleving. In 2035 willen we de gevolgen van klimaatverandering, zoals wateroverlast, verdroging en hittestress in de stedelijke omgeving onder controle hebben.

Circulaire economie: We willen zuinig omgaan met de grondstoffen van de aarde door de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. In 2035 is de circulaire werkwijze in Venray een vanzelfsprekend uitgangspunt. Dit doen we door een visie te ontwikkelen op het sluiten van lokale grondstofkringlopen, door als organisatie duurzaam in te kopen en het afvalbeleid op deze grondslag te herijken.

Deze doelen reiken verder dan een collegeperiode van vier jaar. Ze maken onderdeel uit van de strategische visie. Ze liggen daarnaast in belangrijke mate in de handen van de samenleving zelf: inwoners, bedrijven en organisaties. Zo moeten bedrijven en huiseigenaren zelf investeren in schone energie en energiebesparende maatregelen. Dit kan ook door te participeren in een lokale duurzame energievoorziening. Wij moeten de noodzakelijke omslag faciliteren met visie, beleid, expertise, stimuleringsmaatregelen en het goede voorbeeld geven met zaken waar we wel rechtstreeks invloed op hebben, zoals verduurzaming van ons eigen vastgoed.